zondag 26 oktober 2014

Graffiti verwijderen, niet gedogen

Als je door de Deventer binnenstad wandelt, valt één ding meer op dan de prachtige historische pandjes: graffiti. Tientallen plekken zijn beklad door vandalen met viltstift of spuitbus. Tags in schreeuwerige kleuren doen niet alleen afbreuk aan onze mooie stad. Ze dragen bij aan een onveilig gevoel en een verpauperd straatbeeld.

In plaats van puberale aandachttrekkertjes ziet een deel van de Deventer politiek deze kladderaars als ware kunstenaars. En kunstenaars die moet je koesteren natuurlijk. De PvdA stelde daarom voor gedoogzones in te stellen voor deze artiesten. Plekken waar de talenten ongestoord kunnen worden botgevierd. Wethouder Frits Rorink (CDA) maakt er op dit moment werk van en presenteert binnenkort een concreet plan waar en hoe er gekliederd mag worden.

Het behoeft geen uitleg dat daar natuurlijk weer flink wat geld en ambtelijke uurtjes in gaan zitten. De woningcorporaties worden in de plannen betrokken en er wordt een heus Graffiti Platform opgericht. Voor de stortvloed aan klachten en meldingen van bewoners en ondernemers is amper tijd of geld.

Ik vind het te zot voor woorden dat de gemeente hier tijd, geld en moeite insteekt. Op onderhoud en reiniging is de laatste jaren stevig bezuinigd. Over het daadwerkelijk opsporen en bestraffen van vandalen hoor je eveneens niets. Bij politie en stadstoezicht is er nauwelijks aandacht voor het graffiti-probleem. Vreemd overigens, want voor het opsporen van mensen die hun daad ondertekenen met hun eigen naam hoef je toch geen volleerd rechercheur te zijn, lijkt mij.

Graffiti en andere street art kan best mooi zijn en als daar een plekje voor wordt aangewezen is dat prima. Volgens mij kan dat prima zonder platformen, overleggroepen, integrale aanpak en projecten. Laten we dus alsjeblieft de prioriteiten ergens anders leggen: hou Deventer schoon, spoor kladderaars op en laat ze opdraaien voor de schoonmaakkosten.

Een oud spreekwoord luidt: gekken en dwazen schrijven hun namen op muren en glazen. In Deventer verwennen we onze gekken en dwazen liever dan dat we ze een (eveneens spreekwoordelijke!) tik op de vingers geven. Dat is een treurige conclusie.

Deze column werd eerder gepubliceerd op Deventer Centraal.